top-down bottom-up management

Top-down of bottom-up?

( in dit blog Top-down of Bottom-up is voor de eenvoud en overzichtelijkheid gekozen voor de hij-vorm, maar voor ‘zij’ is e.e.a. uiteraard even sterk van toepassing)

 

Top-down

Top-down management is de traditionele vorm van management die het heel lang als ideale vorm van management heeft volgehouden in organisaties, zowel in het mkb als in de grotere bedrijven en multi-nationals. In deze vorm van management, van leidinggeven baseert de manager zich op macht. Het zorgt voor duidelijkheid, overzichtelijkheid en is relatief eenvoudig uit te voeren.
Het veronderstelt dat de manager zijn zaakjes in detail goed kent, zodat hij niet voor verassingen komt te staan. Uiterlijke vormen van zijn macht, zoals kleding, groter kantoor, grotere auto, bevestigen zijn status en positie en werken versterkend. De leider neemt alle beslissingen en ook alle verantwoordelijkheden. De medewerkers zijn uitvoerend. De leider in dit model heeft veel charisma en kennis nodig. Hij moet duidelijk zijn in zijn communicatiestijl en vastberadenheid tonen. Enig haantjesgedrag is hem niet vreemd.

 

Bottom-up

Sinds een aantal jaren, ongeveer vanaf de eeuwwisseling, wordt het tegenovergestelde model populairder: Bottom-up management, ook wel team-based management genoemd. Vergeleken met top-down is het de wereld op zijn kop, letterlijk zelfs.
In dit model neemt de leider een hele andere plaats in. Hij is er op gericht het maximale uit zijn medewerkers te halen. Die zijn bepalend. Het maximale op het gebied van creativiteit, energie en innovatie.
Indien goed uitgevoerd en onder de juiste omstandigheden, leidt dit model tot een duidelijke verbetering van het bedrijfsresultaat en meer continuïteit, zoals inmiddels al vele malen bewezen.

 

Wat is er voor nodig om leiding te geven volgens het bottom-up model?

Er worden van de leider andere eigenschappen en een ander gedrag gevraagd dan in het top-down model.
Hij dient te zorgen voor gezag, draagvlak dus bij zijn medewerkers. Macht en dwang werken in dit model niet. De leider moet in staat zijn verantwoordelijkheden uit handen te geven, zo laag mogelijk in de organisatie. Om e.e.a. toch te kunnen blijven overzien vereist dit structuur en inzicht.

Naast deze ‘harde’ factoren zijn er ook ‘zachtere’ zaken noodzakelijk:
De leider dient goed te kunnen luisteren.
Hij dient in staat te zijn een open sfeer te creëren.
Hij moet echte belangstelling hebben in zijn mensen en dat ook tonen.
Hij moet in staat zijn de ideeën en innovaties van zijn medewerkers op waarde te kunnen schatten en er ook zichtbaar wat mee doen.
Hij moet kunnen delegeren, vertrouwen geven.
Hij moet weten wat zijn mensen nodig hebben om optimaal te kunnen presteren en daar ook in te voorzien (faciliteren).
Hij dient in staat te zijn om zijn medewerkers uit hun ’comfort-zone’ te halen, ze te motiveren, te enthousiasmeren.

Zijn emotionele en sociale intelligentie dienen dus goed ontwikkeld te zijn.
Emotionele intelligentie is het vermogen zichzelf te sturen en zijn eigen emoties richting te geven, terwijl het bij sociale intelligentie gaat om het vermogen de emoties en mogelijkheden van anderen te onderkennen en te gebruiken.
Dat is dus nogal wat! En deze opsomming is nog niet eens volledig.

 

Transformatie proces van top-down naar bottom-up

Als in een organisatie wordt besloten in managementstijl van top-down naar bottom-up te gaan, dan is dat niet in een hand omdraai gerealiseerd. Het zal een proces zijn, dat goed begeleid dient te worden en waarvoor de tijd genomen dient te worden, zodat er geen ongelukken gebeuren.
Alle niveaus in de organisatie dienen zich aan te passen: het top-management, het midden management en de uitvoerenden. Van alle niveaus wordt een andere rol gevraagd. En veranderingen gaan nooit zonder slag of stoot. Dus bezint eer ge begint (een ouderwetse term, maar nog steeds van toepassing). Maak een stappenplan, zorg voor een goede communicatie, organiseer een goede begeleiding (intern of extern) en hou de vinger aan de pols.
Invoering van de bottom-up managementstijl is makkelijker in het mkb dan in de grotere bedrijven met complexere organisaties, sterker nog, soms ontstaat bottom-up in het mkb al op natuurlijke wijze.

 

Is het zwart/wit?

top-down bottom-up?In de moderne literatuur wordt er nogal eens vanuit gegaan dat de tijd van top-down voorbij is en dat bottom-up onder alle omstandigheden de voorkeur verdient.
Maar is dat ook zo??
Ik denk het niet. Er zijn omstandigheden en situaties waarbij top-down naar mijn mening nog steeds het beste resultaat geeft. Zoals bij kortlopende projecten waarbij een duidelijke, harde deadline is gesteld, maar ook bij situaties waarbij meerdere afdelingen met elkaar moeten samenwerken. Ook hierbij is een herkenbare, duidelijke coördinatie van bovenaf dikwijls noodzakelijk.
Ook als een leidinggevende zijn mensen nog niet echt kent en ook hun mogelijkheden niet, heeft het de voorkeur om te beginnen met een top-down benadering.
Als er knopen dienen te worden doorgehakt kan er niet altijd naar consensus worden gestreefd. Ook in die gevallen dient de leider zijn eigen beslissing te nemen en daar duidelijk in te zijn. Hij dient die beslissing achteraf wel toe te lichten en te onderbouwen.

 

Conclusie

Ja in zijn algemeenheid kan worden gesteld dat leidinggeven volgens het bottom-up model tegenwoordig en zeker in de toekomst de voorkeur verdient boven het top-down model, al was het maar omdat moderne mensen zich de les niet willen laten lezen maar zelfbewuster zijn en zich meer zullen laten gelden dan in het verleden.
Het is logisch dat het breed mobiliseren van creativiteit, energie en innovatie zal zorgen voor een beter totaal resultaat. Waarbij met name de samengebalde innovatie mede kan zorgen voor de continuïteit van de onderneming, omdat die factor van het grootste belang is in de concurrentiestrijd nationaal en internationaal.
Het staat of valt wel met het feit dat alles wordt uitgevoerd door de goede mensen, met de juiste bagage en in de vereiste omstandigheden.
Uit het bovenstaande is echter ook gebleken dat top-down beslissingen mogelijk moeten blijven en noodzakelijk zijn in speciale situaties en omstandigheden.

Dus samengevat:

Bottom-up: ja, maar met de mogelijkheid van incidentele top-down decisions.

Origineel uit 2013